En in die vriezer, daar lijkt het een beetje op de vliegveldbagageruimtes uit één van de Toy Story-films. Voor wie nog relatief jonge kinderen heeft, zegt dat alles. In ieder geval qua eerste indruk.
Want het lijkt dan wel chaos, als Patrick Verkerke – mede-eigenaar en -directeur van Trapo – uitlegt hoe het werkt, is het van een verbluffende schoonheid. |
Goed, daar komt ie:
Die vriescel is een enorme ruimte waarbij de loze ruimte aan het plafond voorheen niet werd benut. Nu dus wel. De centrale transportbaan loopt langs het plafond, met haaks daarop maar liefst achtentwintig bufferbanen. De ijsjes die verpakt zijn in omdozen, komen van acht productielijnen en in relatief willekeurige volgorde binnen in de vriezer. Per soort worden ze op de bufferbanen verzameld tot er voldoende omdozen zijn om een pallet mee te vullen. Hoeveel bufferbanen dat per soort betekent, hangt af van de afmeting van de doos en daarmee hoeveel er op één bufferbaan kunnen worden gebufferd. Door de ingenieuze softwarebesturing heeft deze structuur honderd procent flexibiliteit.
Op het moment dat er voldoende van één soort gebufferd is, voldoende dus om een pallet mee te vullen, worden deze betreffende omdozen na elkaar uit de vriescel getransporteerd, naar de palletiser, die zich buiten de vriezer bevindt. De dozen worden snel gestapeld en de gehele pallet gaat door een sluis weer terug de vriezer in. De buffering onder het plafond is dus een superslimme manier van het optimaal gebruiken van de ruimte.
Het toewijzen van de bufferbanen gebeurt dynamisch op basis van een gescande barcode en met behulp van flipperarmpjes. Een voorbeeld, van productlijn 1 komen roomijsjes. De afmeting van een omdoos is bekend, dus ook hoeveel er op één bufferbaan passen. De eerste doos komt aan, wordt gescand en naar de eerste beschikbare bufferbaan gestuurd. De zesentwintigste doos moet naar een tweede bufferbaan. Op dat moment wordt bepaald welke bufferbaan vrij is. Na een verblijftijd van vijftien tot twintig minuten kunnen ze door naar de palletiser. In die tijd zijn de ijsjes goed bevroren en hebben ze een betere kwaliteit dan wanneer ze direct naar de palletiser zouden zijn gegaan. Bij Holiday Ice wordt zogenaamd impulsijs geproduceerd. IJsjes die je vanuit de hand kunt eten. Een groot deel wordt op voorraad geproduceerd, maar door de flexibiliteit in zowel organisatie als proces is Holiday Ice ook in de zomer vaak in staat om aan de steeds wisselende klantvraag te voldoen. Deze flexibiliteit weten de klanten te waarderen en dit staat mede aan de basis van de groei van Holiday Ice. |
Eerste project
Patrick: “Dit was ons eerste project bij Holiday Ice, en gelijk een echt groot project. We werken bij Holiday Ice heel flexibel samen, we hebben eigenlijk een partnerschap. Holiday Ice is een enorm innoverend bedrijf en zoekt naar partners die kunnen helpen om een voorsprong te krijgen in de markt.”
“Terwijl wij deze lijn automatiseerden, was VSE bezig met het automatiseren van de productielijnen. VSE had de contacten met Bart Hakbijl en wij met Roelof Knijn – de algemeen directeur. Bart Hakbijl stelde ons aan elkaar voor en VSE is verantwoordelijk voor de besturing van deze totale installatie. De manier van werken van VSE waarborgt een zeer hoge kwaliteit. Nu heb je niet bij ieder project ook echt dat niveau nodig, maar de meerwaarde is voor bepaalde projecten wel groot. Het is ook een fijne partner om mee te werken, we spreken dezelfde taal, en ook onze eigen engineer en ‘Willy Wortel’ John Duinmeijer kan met hen lezen en schrijven.”
Racetrack
En toen kwam de vraag naar de racetrack. Want de productielijn kan op zich sneller produceren, maar daarvoor moet de uitvoer anders worden georganiseerd. Er is dan weliswaar een inpakrobot voorzien aan het eind van de lijn, die de ijsjes oppakt en verplaatst, maar die heeft tijd nodig om zijn beweging te maken. “Roelof Knijn kwam zelf met het idee en gaf aan: ‘dat kunnen jullie wel’.” Hij lacht als hij eraan terugdenkt. “VSE had wel eens eerder de besturing van een racetrack verzorgd, dus met hen samen hebben we het concept uitgewerkt. Meestal is een racetrack een onderdeel van een verpakkingsmachine, maar hier moesten we er één integreren aan het eind van een productielijn.”
“We gebruikten vier kettingen in twee paren, gepositioneerd als A B A B. Ieder kettingpaar stuurt een set bakjes aan en verplaatst ze als er een ijsje gedetecteerd is. De twee kettingparen bewegen onafhankelijk van elkaar. En zo kan de uitvoer het tempo van de productie beter volgen. De traytjes zijn heel makkelijk te verwisselen, dus welk type ijsje er ook wordt geproduceerd, dat is heel snel omgesteld. Bij de eerste lijn is het nu gerealiseerd en we gaan deze ook op de volgende lijn implementeren. We hebben intensief kennis uitgewisseld tussen Trapo, VSE en Holiday Ice waardoor je kunt zeggen dat het een echt – en succesvolle – coproductie is geworden.”
(Bron: dit interview is overgenomen uit de nieuwsbrief van VSE)